Wat is bitcoin?

W

Sinds ik bij AMDAX werk krijg ik regelmatig vragen over bitcoin. De meest voorkomende vraag is toch simpelweg: wat is bitcoin? Een eenvoudige vraag met een complex antwoord. Want is het nu een digitale munt? Of betaalnetwerk? Of een ideologie? Of van alles een beetje? Omdat bitcoin zoveel dingen raakt, van macro-economie tot technologie en van filosofie tot speltheorie, ervaar ik dat het best moeilijk is om nu goed uit te leggen wat bitcoin is. Omdat ik het verhaal regelmatig heb verteld heb ik het steeds verder bijgeschaafd. In deze blogpost wil ik met je delen hoe ik nu anderen vertel wat bitcoin is.

Wat is er mis met ons huidige geld?

We kunnen het eigenlijk niet over Bitcoin hebben zonder eerst naar de context te kijken waarin het zich bevindt. Bitcoin is allereerst een nieuwe vorm van geld. Daarom beginnen we bij ons huidige geld.

In Nederland hebben we een goed geldsysteem, misschien wel het beste ter wereld. Maar ook in ons land zien we de eerste scheurtjes ontstaan.

1. Lage rente

Je krijgt nu vrijwel geen rente meer over je spaargeld. Er is ook nauwelijks ruimte om de rente hard te laten stijgen. Want als de rente omhoog gaat, gaat ook de rente van alle schulden omhoog, en daar hebben we er nogal veel van in Europa. Dan is al snel het gevaar dat er landen failliet gaan. Maar door die lage spaarrente is sparen niet aantrekkelijk. Zeker met de hoge inflatie (hierna meer), is je geld op een spaarrekening als een ijsje in de zomer: het smelt langzaam weg.

2. Hoge inflatie

Tegelijkertijd is er wel flinke inflatie. Afgelopen maand (maart 2022), was dat zelfs bijna 12 procent. Dat betekent dat je voor diezelfde 1 euro van een jaar geleden nu 12% minder brood kunt kopen. Maar om inflatie goed te begrijpen is het goed om ons eerst nog even te verdiepen in wat inflatie nu eigenlijk is.

Wat is inflatie eigenlijk?

Ons geld kan meer of minder waard worden. Als je meer waarde voor je geld kunt kopen, dan is er sprake van deflatie. Als je geld minder waard wordt dan is dat inflatie. Ons geldsysteem is ingericht op inflatie. Een beetje inflatie is gezond, zo vertellen economen ons. Want inflatie zorgt ervoor dat mensen niet eindeloos hun geld blijven oppotten. Zo worden veel spullen, zoals voedsel en massa-geproduceerde artikelen, elk jaar een klein beetje duurder.

We vinden inflatie normaal. Maar is het inderdaad zo normaal? Want innovatie zorgt er immers voor dat producten beter en goedkoper worden. Denk aan muziek (Spotify), navigatie (Google Maps) en informatie (Wikipedia). Technologische innovatie zorgt zodoende niet voor inflatie, maar voor deflatie (je krijgt meer voor hetzelfde geld).

Ons geld kan ook minder waard worden. Bijvoorbeeld omdat producten duurder worden om te maken. Maar ook omdat er meer geld bij komt. Stel je hebt een economie van 5 appels, en de economie is 10 euro groot. Dan kost een appel dus 2 euro. Maar verruim je de economie tot 15 euro, dan kost een appel dus 3 euro. In de werkelijkheid groeien de prijzen niet zo direct mee. De afgelopen 13 jaar voerden centrale banken een zeer ruim monetair beleid. In het bijzonder sinds de coronapandemie. Als we kijken naar de dollar bv. dan is de helft van de dollars in de afgelopen 2 jaar gedrukt:

Dat extra geld wat beschikbaar komt (kwantitatieve verruiming door de centrale banken) komt in de praktijk voor een groot deel niet bij consumenten en het MKB in de portemonnee. In plaats daarvan zien we het naar de vastgoedmarkt vloeien. We zien dat bedrijven hun eigen aandelen inkopen. En dat er steeds risicovollere schulden worden opgekocht.

Huizenprijzen

Maar het meest concrete zijn misschien de huizenprijzen. Ons brood wordt nog niet veel duurder, maar mijn huis is de afgelopen 5 jaar 40% meer waard geworden. En daar hebben veel mensen last van. Als je zelf al een huis bezit profiteer je mee van de waardestijging, maar als je daar buiten valt dan wordt het steeds moeilijker om nog een huis te kunnen kopen. Het vergroot zodoende de kloof tussen de have’s en have-not’s.

Buiten Nederland

In Nederland hebben we het best goed voor elkaar met ons geldsysteem. Vrijwel iedereen heeft een bankrekening, banktransacties worden snel verwerkt, je kunt fysiek vrijwel overal betalen met je pinpas en online met iDEAL en de euro is een stabiele munt. We kunnen wel zeggen dat Nederland misschien wel het beste geld- en betaalsysteem heeft van de wereld.  Als we over de grens gaan kijken dan zien we dat al snel veranderen:

  • Langzaam. Bij banktransacties duurt het dagen voordat ze aankomen.
  • Niet digitaal. Ook in veel andere Westerse landen is betalingsverkeer nog niet zo digitaal als bij ons. Zo wordt er in de VS nog veel met cheques betaald. En in Duitsland wordt er in winkels nog vooral contant betaald.
  • Geen toegang. Niet iedereen heeft toegang tot het financiële systeem. Neem El Salvador waar 70 procent van de bevolking niet over een bankrekening beschikt.
  • Corrupte overheid. Een centrale baas van het geldsysteem kan de regels naar eigen gelang aanpassen. In Nederland hebben we veel vertrouwen in overheid, maar in vele delen van de wereld is dat heel anders. Er zijn best veel mensen die in een dictatuur leven, of leven in een land met financiële surveillance (waar betalingsverkeer wordt gevolgd).
  • Censuur. Een centrale partij kan jou bv. buitensluiten als jij dingen doet die zij niet leuk vinden, denk aan China.
  • Duur. De kosten voor banken en digitale betalingen zijn in Nederland laag. Maar in landen waar creditcards de norm zijn, liggen de transactiekosten gemiddeld een stuk hoger. Ook op andere type transacties kunnen de fees behoorlijk oplopen. Neem El Salvador, waar veel mensen in het buitenland (vooral de VS) zijn gaan werken en maandelijks geld terugsturen naar hun familie. Deze ‘remittances’ zijn goed voor 20 procent van de economische waarde van het land. Op deze transacties, die veelal via diensten als Western Union verlopen, kan wel 10 procent transactiekosten zitten.

In toekomst willen we wereldwijd tegen lage kosten waarde versturen. Vanuit verschillende hoeken wordt er gewerkt aan een oplossing:

  • CBDC, oftewel digitaal centrale bank geld. Zo wordt er in Europa gewerkt aan de digitale euro. Meer over CBDC’s lees je hier.
  • Open source geld. Zoals Bitcoin. In dit artikel hebben we het uiteraard over deze laatste: de bitcoin.

De hamvraag: wat is bitcoin?

Bitcoin is internationaal, digitaal, neutraal en decentraal geld.

Internationaal

Met het internet ontstond er 1 protocol waarmee we informatie konden uitwisselen. Geld is nog erg regionaal. Landen hebben hun eigen munt, en eigen betaalsystemen. Bitcoin is het eerste wereldwijde betaalnetwerk: het eerste echte internetgeld.

Digitaal

Een vriend zei laatst: Die bitcoin, je weet helemaal niet wie het gemaakt heeft er wie je er op kunt aanspreken, dat is hartstikke onbetrouwbaar. Grappig, want ik kijk er precies omgekeerd tegenaan. Juist omdat het decentraal is en er niemand de baas is, is het betrouwbaar. Bitcoiners zeggen vaak: code is law. De code bepaalt wat er met het geld gebeurt. Zo ligt er in de code vast dat er 21 miljoen bitcoin zijn. En dat ze in een vast uitgeefschema beschikbaar komen. Het feit dat niemand dat kan beïnvloeden, vind ik een heel geruststellend idee.

Neutraal

Omdat Bitcoin dus vast ligt in code, is het ook inherent neutraal, net zoals HTTP of TCP/IP. Dat is ook het ingenieuze van Bitcoin: mensen die elkaars vijanden zijn, kunnen alsnog via Bitcoin consensus bereiken over wat van wie is.

Bovendien is bitcoin open en transparant. Alle transacties zijn te bekijken.

Decentraal

Bitcoin is eigenlijk voor het eerst dat het gelukt is om decentraal geld te maken. Het is het eerste initiatief dat het double-spend problem heeft opgelost. In de digitale wereld als je iets met iemand anders deelt, dan wordt het gekopieerd. Als ik een foto deel met jou dan hebben we het allebei. In de fysieke wereld was het altijd zo dat als je iets kopieerde, dan was de kopie minder goed, bv. als je op school kopietjes maakt of een bandje kopieert. Digitaal zijn ze identiek.

Met geld is dat een probleem. Want je wilt dat als ik jou iets geef, dat het net als in de digitale wereld niet meer van mij is maar van jou. Met Bitcoin is het nu voor het eerst mogelijk om digitale eigendommen vast te leggen. Om te bepalen wat van wie is. Normaal als er bepaald moest worden wat van wie is komt er een centrale administratie. Het kadaster doet dat bv. voor fysieke eigendommen. Bitcoin is de eerste die dat decentraal kan oplossen. Het houdt digitale eigendommen bij zonder dat er een centrale partij is die het kasboek beheert. En als je een wereldwijd geldsysteem wilt, kan dat eigenlijk ook alleen maar zonder dat er 1 partij of land de baas is.

De blockchain is eigenlijk het kasboek. Elk blok in de blockchain bevat een bladzijde met transacties uit dat kasboek. Zonder decentraliteit is een blockchain feitelijk alleen een hele inefficiënte database.

Nodes bewaren het decentrale netwerk: zij bewaken dat de regels worden nageleefd. Zodat iedereen zich aan de regels van bitcoin houdt en een bitcoin bv. niet twee keer uitgeeft. Ook miners hebben een belangrijke rol in de decentraliteit van het netwerk. Hoe meer miners, hoe meer de rekenkracht verdeeld is, hoe decentraler en daarmee veiliger het netwerk is.

Bitcoin vereist visie

Maar uitleggen wat Bitcoin is, is ook een kwestie van visie. Het is net als je in 1993 zou vragen wat het internet is. Je probeert het dan toch uit te leggen aan de hand van iets bestaands. Dus het werd de digitale snelweg genoemd. Bij Bitcoin zie je dat eigenlijk ook. Het is geld. Het is een netwerk. Het is een protocol, het is namelijk een verzameling regels. Je zou het ook een ideologie kunnen noemen. Je kunt er op allerlei manieren naar kijken.

Waar het tot gaat uitgroeien, weten we nog niet, net als dat we in 1993 nog niet wisten wat het internet zou worden. De mobiele telefoon uit 1998 is een mooi voorbeeld. De geïnterviewden geven niet hoog op van de mobiele telefoon. “Ik kan ook gewoon een brief sturen?”, zegt een van hen. Mensen konden in die tijd niet voorzien wat het allemaal zou kunnen.

Zo ziet nu ook niet iedereen de waarde van bitcoin. Je moet ook een beetje vooruit kunnen denken om de potentie er van in te zien. We zitten nu nog vroeg in de adoptiecurve. De meerderheid gaat het pas gebruiken als het beter is dan het alternatief. Gradually, then suddenly.

Digitaal goud & betaalnetwerk

Als je gaat kijken naar de waarde van bitcoin, dan is het voor de helderheid goed om onderscheid te maken tussen bitcoin als store of value en als betaalnetwerk.

  1. Bitcoin is allereerst een digitale asset, digitaal goud. De waarde is op korte termijn volatiel, maar dankzij het voorspelbare ingeprogrammeerde monetair beleid is het een inflation hedge en leent het zich goed voor waardebehoud. Dat voorspelbare monetaire beleid zien we niet terug bij het ‘fiatgeld’. Van de dollars en euro’s is afgelopen jaar veel bijgedrukt en er is sprake van hoge inflatie.
  1. Daarnaast is bitcoin een betaalnetwerk. Je kunt er waarde mee versturen en ontvangen. Dankzij Lightning kun je snel, goedkoop, internationaal en instant betalingen doen, bijvoorbeeld in een winkel of webwinkel. Veel goedkoper dan bijvoorbeeld creditcards, waar er zo 1,5 tot 3,5 procent van het orderbedrag aan transactiekosten moet worden betaald. Of dan Western Union, waar de transactiekosten internationaal tot wel meer dan 10 procent op kunnen lopen. Dan zijn betalingen via Lightning veel goedkoper voor de vele Salvadoranen die in de VS werken en een deel van hun loon naar het thuisfront overmaken.

Dit is hoe ik zelf bitcoin uitleg aan anderen. Mijn uitleg ontwikkelt zich continu en ik zal proberen om mijn verhaal hier te blijven bijwerken. Mijn tip is om wel altijd een eigen verhaal te maken, dat kun je zelf veel beter overbrengen.

Afbeelding: QuoteInspector (cc). Deze blog is ook gepubliceerd op de website van de podcast Station Decentraal.